De wilgen


De 22 foto's die Wim op de mail gezet had, heb ik met jaloerse bewondering bekeken en ik schoot spontaan in de lach om een viertal bomen bij Amelisweerd. Dat leek me een goede reden om dieper op dit beeld in te gaan, in de vorm van het gevraagde tekstje.

Wat zien we? Drie wilgen dicht bij elkaar die naar rechts gegroeid zijn, en op enige afstand ervan één kleinere, die naar links is gegroeid. Een simpel motief, in een verder verlaten en in lichte nevel gehuld landschap.

Wat me bij de eerste blik als komisch trof, was de onbeholpenheid van de kleine boom die net zo'n zwierige houding tracht aan te nemen als zijn grote broers, maar de kunst nog niet geheel beheerst: hij buigt namelijk precies de verkeerde kant op. Hoe de natuur dit geflikt heeft in ons klimaat zonder passaat- en moessonwinden is me een raadsel, maar als beeld werkt het wel. Denk de solitaire boom maar eens weg, dan wordt het een saai plaatje.

Bij mij werkte het geheel dus op m'n lachspieren, tót ik me zette aan een nadere beschouwing. Alle vier de bomen zijn gebukt gegaan onder stormen. De grote drie zijn met elkaar verweven, maar de kleine staat alleen. Dit is niet grappig meer, dit is ontroerend! De eenzame kleine boom reikt naar de groep, en als je dat eenmaal gezien hebt zijn het geen bomen meer maar gestalten, menselijke gestalten.

Die ene haakt dan naar de gemeenzaamheid van de groep, die zich heel stevig en verbonden toont. Toch is die stevigheid slechts schijn, want twee van de drie zijn gehavend, nummer drie heeft zelfs een gat in het hart. Maar als je jong bent zie je dat nog niet zo ...

Er spreekt een bijna wanhopige vraag uit om toegelaten te worden en let op: heel subtiel is er al enig contact!

Wie is die eenling? Een kind zonder vriendjes op het schoolplein? Het miskende zusje uit het grote gezin of degene die, bijvoorbeeld door een speling der natuur, buitenstaander is? Natuurlijk is elke interpretatie subjectief, maar als we de bomen laten voor wat ze zijn, zien we een metafoor van het universele thema: Individu versus Collectief.

Gelukkig blijkt de afstand overbrugbaar, want in het gebladerte is een aarzelend contact.

Dat is voor mij de moraal van deze foto: laat ons opgroeien in eigenheid, maar betoon als samenleving ontferming jegens de eenzame die haakt naar geborgenheid. Wij mensen hebben elkaar immers nodig. Die troost laat zich aflezen uit de aanraking precies op de middelste horizontale lijn van de voorstelling.

Dus is dit bij nader inzien dan geen vrolijke foto? Jawel hoor, de 19e-eeuwse Duitse schrijver Heinrich Heine zei al: 'Humor ist, dass man trotzdem lacht'.

 

Ery Wismeijer
oktober 2012